WIJSHEDEN

Een Onzuivere geest gedraagt zich als een vijand,

een zuivere geest gedraagt zich als een vriend.

 

We leven onder invloed van een grote illusie, Maya genoemd. Dit betekent letterlijk: niet dat. We zien de dingen op een volstrekt vertekende manier, zoals iemand die een stuk touw in de schemering verwart met een slang. Zijn angst verdwijnt zodra hij de waarheid inziet, al laten de gevolgen van de angst zich nog een hele tijd voelen. Die illusie is niets anders dan je eigen geest.

De mens is met andere woorden zijn eigen vijand en ook zijn eigen grote vriend. Een onzuivere geest gedraagt zich als een vijand, een zuivere geest gedraagt zich als een vriend.

——–

Dit is de wereld,

Iets wat populair wordt, begint vanzelf te degenereren.  Zo zegt men dat Engels de wereldtaal is, maar het is juister te zeggen dat “slecht Engels” de wereldtaal is. Zo vergaat het ook yoga. Het doel van yoga is de zelfverwerkelijking. Maar dat is meestal ver van mijn bed. Het begint in de moderne tijd hard te branden onder voetenb van vele mensen en als ze het geluk hebben op het yogapad te komen zou er, als ze echt willen worden geholpen, iets fundamenteels moeten veranderen. Maar nee, yoga wordt meestal beoefend om te kunnen blijven doorgaan met het leven op dezelfde zinloze manier. En dat werkt tot op zekere hoogte, want de beoefening van yogahoudingen, -ademoefeningen en -ontspanning neemt een groot deel stress weg van het lichaam en de geest.

——–

“Yoga is het stilzetten van de wijzigingen van het denken”, Yogas citta vritti nirodhah”.
Dat dit niet zomaar gaat ontdekt iedereen die dit heeft geprobeerd. Het is een kwestie van oefenen en gelukkig geeft Patanjali ook een oefenweg. In deze oefenweg wordt deels inzicht gegeven en ook bestaat deze uit voorschriften, dingen die je wel en dingen die je niet doet in je gedrag, je denken en je handelen.
Geduld, Dhriti in het Sanskriet, is iets wat de sadhaka, de beoefenaar – daarbij zeker nodig heeft. Er is geen snelle weg, verlichting is geen magnetrongebeuren. Wie al dacht dat dit mogelijk is, heeft moeten ontdekken dat hij slechts halve waarheden vond.
Voor velen is dit aanleiding om te gaan ‘shoppen’ in de hoop elders wel hun heil te halen, zonder te oefenen, zonder zich te hoeven inspannen.

Manu noemde duizenden jaren geleden al 10 deugden. Als eerste benadrukt Manu dat geduld hebben heel belangrijk is. DHRITI.
Dhriti noemt hij als eerste en verder noemt hij:
2. Ksama, vergevingsgezindheid
3. Dama, zelfbeheersing
4. Asteyam, niet-stelen
5. Saucam, zuiverheid
6. Indriyanigraha, beheersing van de zintuigen
7. Dhi, geestelijk blijven ontwikkelen, zelfstudie
8. Vidya, kennis opdoen
9. Satyam, eerlijkheid, oprechtheid
10. A-krodha, geen woede/ niet schaden

Ze komen overeen met wat Patanjali schrijft in zijn Yamas en Niyamas, je vindt ze terug in het negenvoudig pad van Boeddha en in andere geschriften.
Het “NORMEN en WAARDEN”beleid is dus niet nieuw.

Aham Brahmasmi, IK ben Goddelijk (Brahman), TAT TVAM ASI, DAT BEN JIJ is het eerste uitgangspunt, zoals dat in de Upanishads en andere geschriften wordt beschreven.Dit realiseren is het Dharma van de mens.
Dit begint met juist en zuiver denken en doen tijdens ons leven op aarde. Elke wijze en/of verlicht leraar zal de kracht ervan weten.

Dhriti betekent behalve geduld ook vasthoudendheid, standvastigheid.
Op het Pad van Yoga zou het alleen beoefenen van geduld wellicht uitnodigen tot passief afwachten. Standvastigheid en vasthoudendheid heeft een meer actieve betekenis. De Yoga-beoefenaar gaat door met oefenen, met mediteren, met datgene wat hem/haar als oefening wordt gegeven en geeft niet op. De resultaten geeft hij geduldig over.
Welke omstandigheden zich ook voordoen, hij ziet iedere situatie als een nieuwe uitdaging om te leren kalm en geduldig te zijn temidden van tegenslagen, verlies, verguizing. Temidden van de dualiteit van pijn en plezier ziet de standvastige beoefenaar dat beide – zowel pijn als plezier – passeren. Hij geeft zijn beoefening daarvoor niet op.

SAMAH SHATRAU CA MITRE CA
TATHAA MAANAAVAMAANAYOH
SHITOSHNASUKHADUKHESU
SAMAH SANGARVIVARJITAH
TULYANINDAASTUTIR MAUNI
SAMTUSHTO YENA KENACHIT
ANIKETAH STHIRAMATIR
BHAKTIMAAN ME PRIYO NARAH.

Wie vriend noch vijand, lof of blaam,
Wie lief en leed, hitte en kou
Gelijk beschouwt, aan niets zich hecht
Waardering en betichting als gelijk aanvaardt
Stilzwijgend blijft, tevreden, wat er ook gebeurt
Aan aarde niet gebonden, gestaag mij eert,
die is MIJ nabij.
Bhagavad Gita XII.18/19

——-